Enkele oudere kinderen van de school van mijn kleinzoon zijn bezorgd als ze zien hoe een jongetje een pruillip trekt bij het weggaan van zijn moeder. Een van hen schuift hem het driewielertje toe waar hij zelf evenwichtsoefeningen op hield. Vandaag blijf ik nog even en zie de groepen kinderen met hun juf het respectieve klaslokaal binnengaan. In de kleutergroep is mijn kleinzoon ondertussen een der oudsten en hij helpt de jongere kinderen, zoals hij twee jaar geleden ook geholpen werd, bij het aanstippen op het grote aanwezigheidsregister aan de muur. Andere oudere kleuters helpen de jongere met het materiaal waarmee ze willen werken.
In de drie klassen lager onderwijs dat in Portugal uit vier schooljaren bestaat, organiseren kinderen van 6 tot 10 samen met de juf de werkdag. Ja, elke klas bestaat uit 20 kinderen van zes tot tien. Het werk in kleine groepjes wordt dusdanig geregeld dat iedereen tijd heeft om met de onderwijzeres te werken. Verder oriënteren werkpakketten en door de kinderen bepaalde projecten kinderen en volwassenen. Om het nog eens met Comenius te zeggen: de mathetiek (de kunst van het leren) heeft hier de didactiek gevonden. Niet die van de zitluisterklas, zoals Edward Peeters, ook gekend als Paul Kiroul, in 1898 zei, maar die van wat hij de actieve klas noemde.
Ik ken de onderwijzende ploeg van de school van mijn kleinzoon al lang. Het is zo’n tien jaar dat alle klassen kinderen van verschillende leeftijden ontvangt. Het was een vrij eenvoudige stap in deze school op kleine-mensenmaat waar men al langer merkte dat simultaan onderwijs meer problemen aanbrengt dan oplost. Maar de klassen van 20 tot 25 kinderen hebben ook niets te maken met de mutuele aanpak van Lancaster. In elke groep van twintig in deze gewone publieke school doorloopt elk kind het programma van het lager onderwijs, met de nodige begeleiding en aansporing. Soms in groep, soms individueel. Er wordt niet over normale en abnormale kinderen gesproken maar enkel over kinderen die elk op hun eigen manier leergierig zijn en meer of minder hulp nodig hebben.
De eis voor kleinere klassen met meer aandacht voor elke leerling lijkt me gerechtvaardigd. Wel met de bedenking dat die kleinere klassen voor alle kinderen een goede zaak zijn. De moeilijkheden van wie men zegt af te wijken zijn uitsluitend het gevolg van die ziekmakende normalisering om, in wat men geciviliseerde landen noemt, simultaan onderwijs mogelijk te maken en op geciviliseerde wijze de kosten van het onderwijs van de kinderen van de natie te drukken.
In de drie klassen lager onderwijs dat in Portugal uit vier schooljaren bestaat, organiseren kinderen van 6 tot 10 samen met de juf de werkdag. Ja, elke klas bestaat uit 20 kinderen van zes tot tien. Het werk in kleine groepjes wordt dusdanig geregeld dat iedereen tijd heeft om met de onderwijzeres te werken. Verder oriënteren werkpakketten en door de kinderen bepaalde projecten kinderen en volwassenen. Om het nog eens met Comenius te zeggen: de mathetiek (de kunst van het leren) heeft hier de didactiek gevonden. Niet die van de zitluisterklas, zoals Edward Peeters, ook gekend als Paul Kiroul, in 1898 zei, maar die van wat hij de actieve klas noemde.
Ik ken de onderwijzende ploeg van de school van mijn kleinzoon al lang. Het is zo’n tien jaar dat alle klassen kinderen van verschillende leeftijden ontvangt. Het was een vrij eenvoudige stap in deze school op kleine-mensenmaat waar men al langer merkte dat simultaan onderwijs meer problemen aanbrengt dan oplost. Maar de klassen van 20 tot 25 kinderen hebben ook niets te maken met de mutuele aanpak van Lancaster. In elke groep van twintig in deze gewone publieke school doorloopt elk kind het programma van het lager onderwijs, met de nodige begeleiding en aansporing. Soms in groep, soms individueel. Er wordt niet over normale en abnormale kinderen gesproken maar enkel over kinderen die elk op hun eigen manier leergierig zijn en meer of minder hulp nodig hebben.
De eis voor kleinere klassen met meer aandacht voor elke leerling lijkt me gerechtvaardigd. Wel met de bedenking dat die kleinere klassen voor alle kinderen een goede zaak zijn. De moeilijkheden van wie men zegt af te wijken zijn uitsluitend het gevolg van die ziekmakende normalisering om, in wat men geciviliseerde landen noemt, simultaan onderwijs mogelijk te maken en op geciviliseerde wijze de kosten van het onderwijs van de kinderen van de natie te drukken.