Rustige augustusdagen. Ze zijn rustig omdat iedereen weg is die rusteloos een vakantiebestemming zocht om samen met duizenden anderen te doen wat ze heel het jaar door doen, een plaatsje zoeken tussen al die anderen om even te genieten van wat ze graag willen genieten. In dit land laten ze vooral in augustus plaats vrij voor wie niet met hen de plaats ontruimt om samen een andere plaats te vullen.
Rustige augustusdagen dus zelfs zonder elektronische correspondentie en ik kan me ongestoord bezighouden met één van die activiteiten die ik voor mezelf bewaarde voor wanneer ik een punt zette achter mijn professionele bezigheden. Dit is gek gezegd, want ik doe eigenlijk altijd dezelfde als toen: mij met kinderen bezig houden, lezen en schrijven. Alleen is het welzijn van de kinderen van anderen niet meer mijn betaalde professionele bekommernis, maar mijn onbetaalde bekommernis als mens, als grootvader van eigen kleinkinderen en als grootvader tussen grootvaders van alle kleinkinderen. De grens tussen professioneel schrijven en niet professioneel schrijven is vager. Het niet professionele schrijven geeft natuurlijk de vrijheid om niet die academische rigueur aan te houden bij het citeren van een bron waaraan je onmiddellijk jaar en paginanummer koppelde, maar het blijft een oefening van ethische eerlijkheid de anderen te vernoemen bij het gebruiken van hun ideeën om eigen ideeën te helpen verwoorden. Ik blijf dus gewoon verder zeggen wie mij inspireert bij het denken en schrijven.
In de rustige augustusdagen dit jaar nam ik het op mij om wat ik over de schoolvorm dacht en schreef toen Rui Canário mij daartoe provoceerde eindelijk voor niet Portugees sprekende geïnteresseerden in meer toegankelijke taal om te zetten. Nederlands lag voor mijzelf voor de hand, Engels voor heel wat anderen. Ik ben er nog mee bezig en erg verwonderd over wat ik lees. Het is alsof ik wat toen schreef in de taal van de academie die me zoveel jaar geleden aanvaardde op te nemen nu in een mij meer gefamiliariseerde taal lees, plots begrijp wat ik zelf ooit dacht en neerschreef. Dat is een eigenaardige belevenis. Het is het soort ervaring waarbij je iemand leest die heel erg aanleunt bij wat je zelf denkt en je zo doet schrijven. Toch wel academisch, maar ook onbetaald natuurlijk. Het doet me ook beter begrijpen waarom sommigen me indertijd telkens opnieuw deden nadenken door opmerkingen te maken over wat ze dachten dat ik schreef zonder dat ik, zoals ik nu vaststel, zelf eigenlijk heel duidelijk wist of ik wel schreef wat ik dacht.
Na die rustige dagen heb ik morgen twee kleinzoontjes op bezoek. Dat zal voor heel wat denk- en bouwwerk zorgen in speelgoedland.
Rustige augustusdagen dus zelfs zonder elektronische correspondentie en ik kan me ongestoord bezighouden met één van die activiteiten die ik voor mezelf bewaarde voor wanneer ik een punt zette achter mijn professionele bezigheden. Dit is gek gezegd, want ik doe eigenlijk altijd dezelfde als toen: mij met kinderen bezig houden, lezen en schrijven. Alleen is het welzijn van de kinderen van anderen niet meer mijn betaalde professionele bekommernis, maar mijn onbetaalde bekommernis als mens, als grootvader van eigen kleinkinderen en als grootvader tussen grootvaders van alle kleinkinderen. De grens tussen professioneel schrijven en niet professioneel schrijven is vager. Het niet professionele schrijven geeft natuurlijk de vrijheid om niet die academische rigueur aan te houden bij het citeren van een bron waaraan je onmiddellijk jaar en paginanummer koppelde, maar het blijft een oefening van ethische eerlijkheid de anderen te vernoemen bij het gebruiken van hun ideeën om eigen ideeën te helpen verwoorden. Ik blijf dus gewoon verder zeggen wie mij inspireert bij het denken en schrijven.
In de rustige augustusdagen dit jaar nam ik het op mij om wat ik over de schoolvorm dacht en schreef toen Rui Canário mij daartoe provoceerde eindelijk voor niet Portugees sprekende geïnteresseerden in meer toegankelijke taal om te zetten. Nederlands lag voor mijzelf voor de hand, Engels voor heel wat anderen. Ik ben er nog mee bezig en erg verwonderd over wat ik lees. Het is alsof ik wat toen schreef in de taal van de academie die me zoveel jaar geleden aanvaardde op te nemen nu in een mij meer gefamiliariseerde taal lees, plots begrijp wat ik zelf ooit dacht en neerschreef. Dat is een eigenaardige belevenis. Het is het soort ervaring waarbij je iemand leest die heel erg aanleunt bij wat je zelf denkt en je zo doet schrijven. Toch wel academisch, maar ook onbetaald natuurlijk. Het doet me ook beter begrijpen waarom sommigen me indertijd telkens opnieuw deden nadenken door opmerkingen te maken over wat ze dachten dat ik schreef zonder dat ik, zoals ik nu vaststel, zelf eigenlijk heel duidelijk wist of ik wel schreef wat ik dacht.
Na die rustige dagen heb ik morgen twee kleinzoontjes op bezoek. Dat zal voor heel wat denk- en bouwwerk zorgen in speelgoedland.